Herder in de verdrukking
Een Brabantse schaapherder probeert zijn traditionele bedrijf draaiende te houden in neoliberaal Nederland. Een sage waarvan regisseur Ton van Zantvoort de fotogenieke, de komische en de tragische kanten weet vast te leggen.
Stijn Hilgers is schaapherder, een archaïsch beroep dat tot de verbeelding spreekt van iedereen die de druk van de samenleving wel eens zou willen ontvluchten. In zijn portret van een herdersbestaan anno nu Schapenheld hint regisseur Ton van Zantvoort, die zelf de camera hanteerde, naar die romantiek met panoramische shots op de hei, vaak bij dageraad geschoten zodat de oranjerode gloed van de opkomende zon zich met koele ochtendnevel mengt. De beelden ademen de rust, ruimte en eenvoud die je associeert met het beroep.
In de 21e eeuw zitten er helaas ook heel wat minder romantische kanten aan het herdersbedrijf. Want herder zijn betekent inderdaad gewoon: een bedrijf runnen. Anderhalve eeuw geleden zwierven zijn voorgangers nog vrij met hun kudde over woeste gronden, met de wolopbrengst als basis voor een simpel bestaan. Maar tegenwoordig exploiteert de schaapherder een onderneming in ecologisch natuurbeheer. Stijn en zijn vrouw Anna moeten opdrachten binnenhalen van grondbezitters, die met een subsidie worden gestimuleerd om een schaapskudde te laten komen, in plaats van een veel goedkopere graafmachine die de hei afplagt. Wanneer die subsidieregeling drastisch wordt gekort, is Stijn onmiddellijk de klos.
Overleven in een markteconomie betekent ook een voortdurend gevecht met concurrenten. Het blijkt dat op de Nederlandse hei een ware supermarktoorlog wordt uitgevochten, waarbij een concern dat duizenden schapen bezit en (ex-)werknemers met geheimhoudingsverklaringen het zwijgen oplegt, steeds grotere delen van de markt opslokt. Stijn heeft met deze onderneming zijn eigen geschiedenis, waar hij niet graag aan wordt herinnerd. Voor de film voelt het een beetje als een gemiste kans dat die episode vooral in retrospectief wordt aangehaald; toch weet Schapenheld op talloze andere manieren te illustreren hoe de bewegingsruimte van zijn idealistische, autonoom ingestelde hoofdpersoon wordt ingeperkt door regelgeving, commercialisering en ontevreden burgers – zoals de uitbater van een koffietentje, die het nodig vindt om de politie in te schakelen voor een paar keutels op de stoep. Om te huilen is het, maar erom lachen is gezonder.
Stijn foetert er af en toe flink op los, maar laat zich niet voor één gat vangen. Aan creativiteit ontbreekt het hem ook niet. Niets is te gek om zijn bedrijf (‘Schapenheld’ is ook de naam van zijn onderneming) te promoten: een scheershow in een winkelstraat, een slow food-barbecue, een televisieoptreden bij BNN. Goed voor het imago, maar het levert lang niet altijd inkomsten op. En met de motieven die hem er ooit toe bewogen om herder te worden, heeft het nauwelijks nog iets te maken. Zo vormt die eigenzinnige non-conformist in het middelpunt van deze film tegelijk de lens waarmee Van Zantvoort de wereld om hem heen in kaart brengt: een wereld waar idealisme een verliespost vertegenwoordigt, en autonomie een dierbare illusie blijkt.
https://filmkrant.nl/recensies/schapenheld/