ANIMA wordt maandag 4 november om 23:15 vertoond op NPO2 bij HUMAN en op NPO start. Daarna is de film terug te kijken op 2Doc.

ANIMA, geregisseerd door Josefien van Kooten en Anna Witte, neemt de kijker mee in de immense, ritmische wereld van de Rotterdamse haven. De film, geproduceerd door NEWTON film in het kader van Teledoc Campus, onderzoekt de relatie tussen mens en machine in deze surrealistische omgeving, waar havenwerkers en machines als radertjes samenkomen in een groots mechanisch netwerk.

Bezoek de website.

Na een succesvolle vertoning op het Nederlands Film Festival afgelopen maand kreeg de film deze week al veel aandacht in o.a. het Algemeen Dagblad, de VPRO Gids, VARA Gids, EO Visie, Onkruid, Zin.nl, Broadcast Magazine, de Filmkrant. In een interview met Susan Warmenhoven van 2Doc vertelden Josefien van Kooten en Anna Witte meer over de achtergrond en het maakproces van de film, inclusief de uitdagingen van het filmen in de Rotterdamse haven:

Anna: “De ingang tot de haven vinden was zo’n beetje de hoofdbezigheid in het maakproces van deze documentaire.”
Josefien: “Het duurde een jaar voordat we binnen waren. Het kostte veel volharding en uithoudingsvermogen.”
Anna: “En áls het dan geregeld was, zeiden ze soms alsnog af. Dan ging een havenbedrijf bijvoorbeeld een update van de computersystemen doorvoeren, en daar konden ze ons niet bij gebruiken. Je bent zo onbelangrijk met je artistieke film.”

Regisseursduo Van Kooten en Witte benadrukken dat ze een “emotionele laag” aan de film wilden toevoegen om de subtiele aanwezigheid van de mens te laten zien. “Het contrast tussen de menselijke aanwezigheid en het onverschillige mechanische systeem van de haven was een fascinerend uitgangspunt. Die anonieme sfeer wilden we vangen.”

  • ANIMA-documentaire-VPRO-Gids-
  • ANIMA_Teledoc_campus-Poster-documentaire.haven-rotterdam-web

In een recensie voor DocUpdate omschrijft Helmut Boeijen de film als “een levend organisme, de Rotterdamse haven. Waar individuele mensen niet meer dan radertjes zijn in een kolossale, ogenschijnlijk soepel draaiende machine. Taakbewust. Meestal aan het werk ook.”

Hij prijst het zorgvuldige camerawerk waarmee de filmmakers “het anonieme leven in de haven” vastleggen. In plaats van concrete hoofdpersonen te volgen, tonen de regisseurs hoe ieder individu inwisselbaar lijkt. “De havenwerkers zijn intussen vermoedelijk de hele dag samen,” aldus Boeijen. “En dikke kans dat ze zich toch vaak alleen voelen.”

DocUpdate – Helmut Boeijen

Het is als een levend organisme, de Rotterdamse haven. Waar individuele mensen niet meer dan radertjes zijn in een kolossale, ogenschijnlijk soepel draaiende machine. Taakbewust. Meestal aan het werk ook. Gesproken wordt er in elk geval nauwelijks in Anima (27 min.), de korte observerende film die Anna Witte en Josefien van Kooten in deze imposante omgeving hebben gemaakt.

De twee kijken aandachtig mee bij werkzaamheden die de vermogens van gewone mensen te boven gaan. De klussen worden veelal verricht door schepen, machines en vrachtwagens, de medewerkers spelen slechts een dienende rol. Met kleine handelingen houden ze de machine, die precies schijnt te weten wat er wanneer moet gebeuren, steeds maar weer aan de praat.

In de pauzes proberen al die werkemannen – nauwelijks een vrouw te zien – contact te houden met de rest van de aarde. Daarbij zijn ze veelal aangewezen op beeldschermen. Van hun smartphones natuurlijk, waarmee ze elk onbewaakt ogenblik hun zinnen kunnen verzetten. En van de televisietoestellen die overal, ongevraagd, een blik op een parallelle wereld verschaffen.

Intussen proberen ze in contact te blijven met zichzelf en elkaar. Via karaoke bijvoorbeeld. Tranentrekkers zoals Runaway Train of You’re My World lenen zich er uitstekend voor om eens lekker mee te galmen. Of via een potje biljart, waarbij Witte en Van Kooten de camera overigens onder de tafel hebben geplaatst, zodat vooral de badslippers en benen van de spelers zijn te zien.

Met zorgvuldig camerawerk vangen de filmmakers zo het anonieme leven in de haven. Geheel in lijn daarmee kiezen ze ook niet voor concrete hoofdpersonen, die onderdeel worden van hun eigen verhaal. Elke individu in deze film lijkt volstrekt inwisselbaar. Ook in werkelijkheid. De havenwerkers zijn intussen vermoedelijk de hele dag samen. En dikke kans dat ze zich toch vaak alleen voelen.

Anima is een sfeertekening van een wereld, waarin het individu zich maar staande heeft te houden en tegelijkertijd mens moet blijven. Tekenend is hoe een groepje in oranje werkkleding gestoken havenarbeiders en hun (vrouwelijke) voorganger zich in een ogenschijnlijk willekeurige werkruimte hebben verzameld voor een kerkdienst. Vanaf een beeldscherm zingen ze mee met een devoot lied.

Hunkerend naar begeestering in een ogenschijnlijk ontzielde wereld, zo lijkt ‘t, die vreemd genoeg toch ook weer in dienst staat van diezelfde mens.

ANIMA documentaire poster - haven Rotterdam
ANIMA documentaire poster - haven Rotterdam

2Doc.nl – Susan Warmenhoven
‘Wat is de relatie van de mens tot de machines om hem heen?’

In gesprek met Anna Witte en Josefien van Kooten, regisseurs van de korte docu ANIMA

In de poëtische documentaire ‘ANIMA’ (HUMAN) wordt de kijker ondergedompeld in de surrealistische wereld van de Rotterdamse haven, waar de grens tussen mens en machine vervaagt. De redactie sprak met regisseursduo Anna Witte en Josefien van Kooten over het maakproces.

https://www.2doc.nl/verdieping/artikelen/2024/interview-anna-witte-josefien-van-kooten.html

 

Hoe kwamen jullie op het idee voor een documentaire in dit universum?

Anna Witte: ‘Jaren geleden zag ik op het Maasvlaktestrand, in de buurt van Rotterdam, een groep zeevarenden, die waarschijnlijk maandenlang op een groot schip hadden gezeten. Ze liepen in een keer het water in, deels met hun uniforms nog aan. Dat contrast tussen de natuur en die totaal mechanische systeemwereld van de haven waar ze uitkwamen, voelde voor mij heel intens. Dat ze zo opgingen in dat moment vond ik fascinerend. Ik wilde begrijpen wat voor leven er achter de havenwereld zat: dat leidde tot de eerste research voor ANIMA.’

Hoe moeilijk was het om de haven binnen te komen? Ik kan me voorstellen dat ze daar niet echt op pottenkijkers zitten te wachten.

Witte: ‘De ingang tot de haven vinden was zo’n beetje de hoofdbezigheid in het maakproces van deze documentaire.’

Josefien van Kooten: ‘Het duurde een jaar voordat we binnen waren. Het kostte veel volharding en uithoudingsvermogen. We wisten dat we vaak nee zouden horen, maar ergens hadden we ook het vertrouwen dat het zou lukken.’

Witte ‘En áls het dan geregeld was, zeiden ze soms alsnog af. Dan ging een havenbedrijf bijvoorbeeld een update van de computersystemen doorvoeren en daar konden ze ons niet bij gebruiken. Je bent zo onbelangrijk met je artistieke film.

Maar, als we dan eenmaal binnen waren, was iedereen superaardig en welwillend. Het zijn niet de mensen op de vloer die je tegenhouden. Zij willen laten zien hoe te gek hun werk is en nemen je bijvoorbeeld mee boven op een kraan. Echt fantastisch.’

Van Kooten ‘We zijn ook met “International Seafarers Center The Bridge” mee geweest, vanuit Oostvoorne. Dat is een vrijwilligersorganisatie die aan boord simkaarten verkoopt. Door met hen als vrijwilliger mee te gaan, konden we de schepen op en daar filmen. Alsnog konden we dan later weer afgewezen worden: zij moeten langs een stuk haven waar de controle heel streng is in verband met het voorkomen van drugshandel. Dus ook dat bleef onzeker.’

Witte: ‘Soms kregen we ook achteraf te horen dat we iets toch niet hadden mogen filmen. Er moesten zoveel partijen meekijken, ook wel eens tijdens het filmen. Echt de nachtmerrie van iedere filmmaker.’

Wisten jullie direct dat de documentaire in poëtische vorm moest?

Witte: ‘Josefien en ik hebben hiervoor een andere korte documentaire samen gemaakt. Dat was vooral een journalistiek en kritisch essay. We wilden nu het verhaal vooral via beelden vertellen, en inspelen op de emotionele laag. Dat was moeilijk, want het is lastig om financiering te krijgen voor een non-narratieve documentaire.

We hebben veel kritiek gehad en kregen telkens de vraag of er niet toch een personage in moest. Maar de zoektocht om het voor ons belangrijke thema te verbeelden, was de grootste motivatie om door te gaan.’

Welk thema is dat precies?

Witte: ‘Het gaat over de verhouding tussen mens en machine. Een klassiek filosofisch thema waar al veel over gezegd is, maar we pretenderen ook niet dat we er totaal iets nieuws over zeggen. Het speelt zich vooral af in een bijzondere, onbekende omgeving.

De film gaat over hoe wij ons verhouden tot een wereld die we zelf hebben gemaakt en ontworpen, maar waaraan we tegelijkertijd onderdanig zijn geworden.  We moeten functioneren binnen die wereld en de regels daarvan. Wie is de mens in die wereld en wat maakt ons tot mens? Voor ons ging dat over emoties: verlangen, verdriet, eenzaamheid en samen zijn.’

Naar wat voor scènes en beelden waren jullie op zoek?

Van Kooten: ‘We wilden laten zien dat er bezieling in machines kan zitten, daar verwijst de titel ANIMA ook naar: adem, bezieling. Anderzijds moest ook duidelijk zijn dat die machines juist dat menselijke missen.’

Witte: ‘Wij waren dus in het begin ook heel erg daarmee bezig. Wat is dan die relatie van de mens tot al die machines om zich heen? Worden ze zelf een beetje machines of gaan ze machines vermenselijken?

Witte: ‘Bij sommige beelden wisten we precies: hier moet de mens heel klein zijn en de machine heel groot. Alsof je in een grote kathedraal staat. Op andere momenten wilden we juist intimiteit tussen mensen en machines tonen. Die contrasten hadden we al bedacht aan het begin van de researchfase. De beelden waren leidend, dat is typisch voor hoe wij films maken.’

ANIMA is niet gedreven door personages. Jullie zeggen niet: ‘Dit is Piet, hij werkt in de haven en dit is de ontwikkeling die hij doormaakt.’

Witte: ‘Het is niet alsof we niets over “Piet” wilden weten, maar het verhaal komt voort vanuit onze gedachten over die plek en de thema’s. Je kunt niet verwachten dat “Piet” jou dat verhaal gaat vertellen, want dat zit misschien niet in hem.

We waren gericht op het irrationele en emoties in een wereld die om het rationele en efficiëntie draaitAls je aan de mensen in de haventerminal vraagt: “Hoe kijk je naar deze machines, wat voel je erbij?”, dan krijg je antwoorden als: “Het is een toffe machine, ze zijn sterk.” Dan krijg je dat gevoelige aspect niet in de film.

Het ging ons om details. In een van de scènes staat een man in de lift en dan raakt hij op een bepaalde manier schroeven aan. Er zit een soort liefde in, alsof hij goed voor iets zorgt. Dat kun je echt alleen laten zien met beeld, niet met woorden.’

Hoe hebben jullie de mensen die te zien zijn in de documentaire zo ver gekregen?
Van Kooten: ‘
Het was heel lastig te organiseren en te voorspellen welke mensen wanneer aanwezig waren op welke plek. We hebben een aantal keer geluk gehad, zoals met die man in de lift waar Anna het net over had. Hoe hij zijn werk deed, zijn hele voorkomen: dat was een cadeautje. Maar we hadden heel weinig controle over wie we konden filmen en op welke plek.’

Witte: ‘Je kunt wel voorspellen wanneer een schip aankomt, maar wie er aan boord is weet je nooit. Daar moet je je manier van werken op aanpassen. Het was ons bijvoorbeeld snel duidelijk dat we de mensen met wie we filmden niet heel goed gingen leren kennen. Dat moet je accepteren en bedenken: dit is een goed iemand voor de film, dit gaat werken op camera en deze persoon voelt zich comfortabel.

Dat hadden we bijvoorbeeld met Frederik, de Filipijnse jongeman die je op een gegeven moment op bed ziet liggen en op zijn telefoon ziet scrollen. Hij had gewoon zin om ons te helpen en liet zich filmen. Het is echt een privilege om zo dichtbij iemand te komen. Vooral in een cabine, want die plek is heel privé voor een zeevarende.’

Wat hopen jullie dat de kijker meeneemt uit de film?

Van Kooten: ‘Er zitten veel lagen in de film, maar ik ben nooit bewust bezig met wat ik wil overbrengen. Voor mij is de emotie heel belangrijk en dat je elke keer als je de film ziet, andere gedachtes erbij kunt hebben.’

Witte: ‘Ik hoop dat mensen begrijpen dat dit een wereld is waaraan ze verbonden zijn, ondanks dat ze er in hun dagelijks leven misschien niet mee te maken hebben. Het is de achterkant van onze consumptiemaatschappij. Ik hoop dat kijkers zich verbinden met die wereld en er iets bij voelen.’